Een groepje van nauwelijks twintig renners groot klimt tegen de groene bergwand op. Netjes achter elkaar gerangschikt. Uit de hemel vallen de eerste regendruppels op hun hoofden neer. De man op kop is de eerste renner in koers. Zouden ze de streep trekken op de plek waar hij nu passeert, dan zou hij de wedstrijd winnen. Het wielrennen werkt echter niet zo. De man die nu op kop rijdt, fungeert namelijk als knecht. Op kop rijden is zijn taak en winnen doet hij niet. Zo is het nu eenmaal.
Gedurende deze Tour de France hebben we vele knechten zien rijden. Gezien, maar vrijwel nooit onthouden. Probeert u mij maar eens van de volgende drie namen – zonder gebruik te maken van Google – te vertellen welke renner er wel en welke renner niet in deze Tour aanwezig was: Antoine Duchesne, Jean-Luc Perichon en Matteo Bono. Toch lastig, nietwaar?
Het leven van een knecht lijkt onbeduidend en eenvoudig. Je hoeft nooit met de druk van het kopmanschap rond te rijden, je rijdt op kop van het peloton en zodra je taak erop zit kun je freewheelend naar de finish en je moet af en toe een bidon van achteruit ophalen. Schijn bedriegt echter. Een renner in de Tour dient namelijk altijd in topvorm te zijn.
De topvorm is echter niet altijd zichtbaar. Een kopman laat deze topvorm op een voor de kijker zeer duidelijke manier blijken. Hij rijdt vol in de spotlight en kan, als hij goed is, laten zien dat zijn vele trainingsuren en hoogtestages geloond hebben. Een knecht daarentegen rijdt evenals de kopman vele uren op de weg als training. Ook hij gaat mee op hoogtestage en ook de knecht volgt een streng dieet om maar zo min mogelijk overtollige kilo’s mee te zeulen. De kijker ziet hem echter niet excelleren in zijn rol. En als ze dit wel zien, wordt dit vaak weggezet zoals ik het hierboven beschreef: onbeduidend.
Neem nu Marcel Sieberg. Hij rijdt deze hele Tour in dienst van André Greipel, de sprinter die nog niet won. Als Greipel lost, lost Sieberg, als Greipel eet, eet Sieberg, als Greipel gaat slapen, slaapt Sieberg en als Greipel valt, valt Sieberg. Marcel Sieberg heeft het hele jaar zijn billetjes eraf getraind om Greipel aan een overwinning te helpen. Niet om zelf te winnen, niet om in gewonnen positie te gaan bedenken op welke manier hij zal gaan juichen en ook niet om de bollentrui te veroveren. Nee, Marcel Sieberg rijdt in dienst van.
Een leuke anekdote. Tijdens Parijs-Roubaix afgelopen seizoen werd Sieberg plots tot kopman gebombardeerd. In een onoverzichtelijke koers kwam hij op kop te rijden en mocht hij zijn eigen kans gaan. De verhalen doen de ronde dat de ploegleiding hem moest vertellen op welke manier hij moest koersen als kopman. Zo gewend om te rijden voor een ander…
Hét schoolvoorbeeld van een knecht in deze Tour is Wout Poels. Niet alleen de Nederlandse media loven hem, ook buitenlandse volgers stellen dat Chris Froome de Tour nooit had gewonnen zonder de hulp van de Limburger. Afgelopen dagen barste er een ietwat gehypte discussie rond met als onderwerp de benaming voor de rol van Poels. Knecht, meesterknecht of luxe knecht zou niet volstaan. Het zou te oneerbiedig zijn voor hetgeen Wout Poels had gedaan voor zijn kopman.
Wout zelf zal zich hier denk ik niet echt druk om maken. Of hij nu een knecht of luxe helper is, zijn geluk heeft hij gehaald uit het bijstaan van zijn kopman. Welke naam hij ook zal krijgen, hij zal hem als een geuzennaam met zich meedragen. Mocht hij kiezen dan zou hij weer in deze rol kruipen.
Marcel Sieberg en Wout Poels. Twee verschillende knechten voor twee verschillende kopmannen. Beiden met dezelfde taak: een ander zielsgelukkig maken en hier energie uit putten. Van dit soort mensen moeten we er meer hebben in deze wereld, want weet je, in ons eentje komen we er niet…
Wie is Kai van de Wiel?“Ik ben Kai van de Wiel, 22 jaar en fervent wielervolger. De passie voor de sport op twee wielen is ontstaan op de zondagen bij opa voor de televisie. Geïntrigeerd als ik was, zat ik daar als 6-jarig jongetje elke week te kijken naar de wereldbekerwedstrijden. Mannen als Michael Boogerd en Erik Dekker waren mijn helden. Ik schrijf erg graag over de koers en probeer hierin inzichten uit mijn opleidingen Politicologie en Communicatiewetenschap te verwerken. Om de passie voor het schrijven kracht bij te zetten, ben ik samen met drie anderen een blog begonnen genaamd “t Nieuwe Wielrennen”.